Mijn ouders waren beiden twintig toen mijn moeder ontdekte dat ze zwanger was. Ze was al zeven maanden in verwachting, zonder dat ze dat in de gaten had. Het was wel wat gek dat haar kleding wat strakker was gaan zitten, vond ze, maar zelf dacht ze dat het kwam omdat ze het te heet had gewassen. Mijn ouders trouwden halsoverkop en achteraf kun je zeggen dat dit geen goede beslissing is geweest. Het was geen gelukkig huwelijk, verre van. Mijn vader ging regelmatig gokken, en hij kende geen grenzen. Hij vergokte ook het huishoudgeld. Daardoor ging mijn moeder regelmatig uit stelen om rond te komen. Mijn vader kon nachtenlang wegblijven, zonder dat mijn moeder wist waar hij uithing. Als hij thuis was, was hij geen lieve vader en echtgenoot. Er was vaak ruzie, de eieren vlogen regelmatig door de kamer. Als hij weg was, bleef de spanning hangen in huis. Hij kon immers elk moment weer binnenstappen. Ik heb aan mijn allervroegste jeugd niet heel veel duidelijke herinneringen. Ik was een meisje met een beugel, dat op school daar af en toe mee werd gepest. Ik deed mijn best, maar voor mijn vader was het nooit genoeg. Hoe goed mijn rapport ook was, het moest altijd beter. Daardoor was ik een heel onzeker meisje. Ondanks alle ruzies, durfde mijn moeder niet bij hem weg te gaan. ‘Als ik dat doe, steekt hij het huis in de fik’, zei ze. Weggaan zou er dus niet beter op worden. Mijn moeder probeerde mij te beschermen tegen mijn vader, maar de spanning voelde ik altijd. Naarmate ik ouder werd, raakte hij ook aan de drugs. Als hij gebruikt had als hij thuiskwam, ging het nog wel, maar als hij niets meer had, reageerde hij zich op ons af. Hij verpestte altijd de sfeer, soms was het een regelrechte hel met hem in de buurt.
Gelukkig had ik vrienden en vriendinnen bij wie ik terecht kon. Er waren genoeg gezellige plekken waar ik welkom was, dus daar ging ik heen zoveel ik kon. Ik had wel vaak migraine, dat kwam door de spanning, weet ik nu, maar ik volgde mijn eigen pad zoveel ik kon. En dat ging best oké.
De relatie van mijn ouders was wisselend, Soms sliepen ze bij elkaar, vaker sliepen ze apart, Mijn vader lag dan in een eigen slaapkamer en als hij ’s nachts thuiskwam, hoorde ik dat altijd best goed. Op een ochtend werd ik wakker en dacht ik: ik heb pa vannacht niet gehoord! Hij zou wel thuis moeten zijn die nacht, ik besloot dus even te gaan checken. Hij lag in bed, maar het was gek: hij bewoog niet! Ik pakte hem beet en draaide hem om. Hij voelde koud aan en was blauw aangelopen. Het was een vreselijke ervaring, de emoties kan ik nu nog voelen. Hij was die nacht overleden. Ik was negentien op dat moment, maar woonde nog thuis. Het deed mijn moeder niets dat hij er niet meer was. Hij lag daar wel best in dat bed, vond ze. Hij was waarschijnlijk overleden aan een hartaanval. Veel mensen uit zijn familie hadden hartproblemen en in combinatie met mijn vaders drugsgebruik en levensstijl lag het voor de hand dat dit de doodsoorzaak was.
De ervaringen uit mijn jeugd werkten door in mijn verdere leven. Zo ben ik tot mijn 25e alleen maar mannen tegengekomen die het slechte voorbeeld gaven, maar ik dacht dat het normaal was. Ik ben bijvoorbeeld veel te lang bij mijn ex gebleven, die me geen steun gaf en me geestelijk helemaal kapotmaakte. Alles wat niet goed ging, wentelde hij op mij af. Ik weet nog dat ik zwanger was, en dat ik bloedingen kreeg. In het ziekenhuis werd een echo gemaakt, en het bleek dat ik een miskraam had. Hij stond daar maar, zonder iets te zeggen en zonder iets te doen. Hij bood me geen schouder, geen woord van troost, hij liet mij zelfs terugrijden naar huis. Dat ik dat zolang heb doorstaan, komt door mijn jeugd. Mijn zelfvertrouwen was nul, en een voorbeeld van hoe het wel zou kunnen, had ik niet.
Het heeft me veel therapiesessies gekost om mezelf te vinden. Bij de therapieën die ik heb gevolgd, zijn we ook terug gegaan naar mijn kind zijn, naar mijn jeugd. Daar ligt de basis. Het heeft me heel veel inzichten gegeven. Ik besef dat het hele leven een leerproces is en dat alles wat ik heb meegemaakt me heeft gemaakt tot wat ik nu ben. Het gaat nu goed met me, maar het zou zomaar kunnen dat het op een dag weer minder gaat. Dan zal ik weer aan de bel trekken en kijken of er hulp voor handen is.
Mijn ex overleed onlangs aan kanker, en daardoor kwam oude pijn weer boven. Maar ik heb hem vergeven. Ook mijn vader heeft me heel veel pijn aangedaan, ook hem heb ik vergeven. Mijn vader en moeder zijn beiden ook een product van hun opvoeding, ze wisten ook niet beter. Zij dachten het op hun manier goed te doen. Ook mijn moeder heeft het geprobeerd, en ik neem haar daarom niets kwalijk. Als ik zelf kinderen had mogen krijgen, had ik de cirkel doorbroken, maar kinderen heb ik niet. Nadat ik in 2018 in een depressie terechtkwam, besloten mijn huidige vriend, met wie ik al ruim vijftien jaar gelukkig ben, en ik het idee van een kindje samen los te laten. Dat vond ik heel verdrietig, want ik heb veel liefde te geven. Maar aan de andere kant geeft het me nu wel mogelijkheden om op andere manieren te groeien. Door corona is mijn werk stil komen te liggen en heb ik de gelegenheid gekregen om me op allerlei andere manieren in te zetten. Dat doe ik veelal in mijn woonplaats, daar help ik vrijwillig mee aan tientallen sociaalmaatschappelijke projecten. Ik houd niet van stilzitten, en heb uit eigen initiatief diverse projecten opgepakt. Van het een kwam het ander en ik ben in een achtbaan terechtgekomen waar ik enorm van geniet. Onlangs nog ben ik in het zonnetje gezet vanwege mijn inzet voor de minderbedeelden, en dat was overal te vinden in de media. Ik was gekroond tot ‘coronaqueen’. ‘Kijk, je dochter!’ zei ik tegen mijn moeder. ‘Wat ben ik toch trots op jou’, zei ze toen. Lieve dingen zeggen, dat is iets wat mijn moeder niet kent. Ik was dus verbaasd, maar tegelijkertijd ontzettend blij, en dankbaar voor alles wat ik nu ben. Die littekens horen daarbij.
Door: Jet Hoogerwaard
Beeld: eigen archief